OTIS TAYLOR - GENT - 19/10/12

Artiest info
Website  
 

GENT - 19/10/12

 

Otis Taylor loopt al een tijdje rond op deze aardbol. Toch ging zijn muzikale carrière pas echt van start in het begin van de 21ste eeuw. Reden: na kortstondig van het muzieksucces geproefd te hebben in de jaren zeventig, besloot Taylor zich bezig te houden met een loopbaan die meer geld opbracht: hij werd antiekhandelaar, en heeft ook nog een tijdje een professioneel wielrennerteam geleid. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. In 1995 bracht hij zijn eerste cd uit, en vanaf 'When Negroes walked the Earth' uit 2000, schoot Otis Taylor uit de startblokken.
Hoe kan je zijn muziek het best omschrijven? Hijzelf noemt het 'tranceblues'. De blues van Otis Taylor is bezwerend, de ritmes zijn aanstekelijk en gebaseerd op wat zijn voorouders vanuit Afrika meebrachten. Onlangs bracht hij 'Contraband' uit, en ook deze cd wijkt niet af van het tranceblues principe. 14 songs die gaan over het lijden van de (zwarte) medemens, overgoten met een muzikaal sausje dat je in hogere sferen brengt. Zonder hulpmiddelen zelfs....
Op 19 oktober stond de man in de Handelsbeurs in Gent. Voor het optreden ging ik hem te lijf met allerhande vragen. Die hij op zijn kenmerkende lijzige manier beantwoordde. Mét hier en daar een kwinkslag, want hij is toch maar een doodsimpele man.

Je vertelt steevast dat je een bluesartiest bent, niet alleen een muzikant. Wat is het verschil?
Een vioolspeler in een orkest is een muzikant. Zolang iemand geen eigen liedjes schrijft, is hij een uitvoerder, en dus een muzikant. Ik ben geen uitvoerder, ik heb eigen materiaal, mijn materiaal. En dat maakt van mij dus een artiest.

Dus iedereen die eigen materiaal brengt, is een artiest?
Inderdaad, dan ben je een unieke artiest.

Kan iemand die gewoon muzikant is ook een artiest worden?
Natuurlijk! Als je er goed in bent, en je wilt het echt. Ik bedoel: ben je een muzikant als je slecht speelt? Als je niet goed kan componeren, dan moet je geen liedjes schrijven, vind ik persoonlijk.

Maar je moet toch oefenen, want die liedjes komen niet vanzelf? 
Talent is het belangrijkste. En natuurlijk moet je oefenen en oefenen, want sommigen hebben meer talent dan anderen. Als je het talent hebt, dan moét je liedjes schrijven. En als je dat niet hebt, dan moet je iets anders doen.
Dat is ook zo voor andere talenten. Ik kan geen basketbal spelen zoals Michael Jordan, maar ik zit niet te zeuren 'dat ik kan geen Michael Jordan zijn, dus mijn leven is om zeep.' Nee, iedereen heeft ergens een talent, en je moet dit ontdekken en eraan werken. Sommigen zijn goede kleuterleidsters, sommigen zijn goede verplegers, en sommige mensen weten hoe ze anderen een leuke tijd moeten bezorgen. Het is niet omdat je talent je niet direct beroemd maakt, dat het niet de moeite waard is!

Wanneer heb je je muziek de naam 'trance blues' gegeven?
Zo'n 8, 9 jaar geleden. Want dat is het echt, tranceblues. Het is blues, maar dan zonder veranderingen in de akkoorden. Zoals Voodoomuziek alleen drums is. Andere types blues hebben akkoordveranderingen, maar tranceblues dus niet.

Er is ook het Tranceblues festival in Boulder, dat door jou georganiseerd wordt. Hoe is dat begonnen?
Vorig jaar deed ik een workshop, en het evolueerde een beetje, zodat we besloten er een festivalletje van te maken. Dit jaar is dus de tweede editie.

Komen er ook mensen van buiten de US naartoe?
Misja (Fitzgerald Michel) komt uit Frankrijk, maar dat is het zowat. Er is tijd nodig om zoiets op te bouwen. We zouden het festival ook graag in Europa organiseren, maar we zien wel.

Op je laatste cd 'Contraband' geef je bij ieder lied een korte, mysterieuze, uitleg. Is dat met opzet zo?
Mijn vrouw vindt het cryptisch. Maar zo ben ik (lacht). Het is simpel, ik vertel het gewoon zoals het is.

Maar ik vermoed dat er soms meer achter zit?
Mensen willen dat graag geloven. Wanneer een artiest iets doet, willen de mensen er altijd meer in zien dan wat de artiest bedoeld heeft. Daardoor wordt het kunst.
Ik ben een eenvoudig man, ik ben helemaal niet mysterieus. Mijn vrouw vindt me niet zo diepzinnig (lacht).

Jouw muziek gaat heel vaak over harde tijden en lijden.
Dat zijn juist de interessante verhalen. En ik zoek die op, want verdriet is interessant om over te schrijven, geluk niet.

Maar je bent toch geen pessimist?
Dat is juist, ik ben niet zo donker als mijn muziek. Ik doe het omdat ik er goed in ben, daar ligt mijn talent. Ik kan geen mooie, lieve liedjes schrijven. Ik heb het al geprobeerd, en het wordt altijd sinister of donker. Die thema's liggen mij beter.

Maar, dan is er 'Look to the side'.
Een liefdesliedje!

En het gaat ook over hoop. Is dat je tegengif voor de pessimistische liedjes?
Hoop? Kan zijn. Ik heb het eigenlijk nooit zo bekeken.
'Look to the side, I'll always be there, I will be following you.' Hmm, je kan gelijk hebben, maar zoals gezegd, ik ben niet zo diepzinnig (lacht).

In 'Blind Piano Teacher' zit ook veel medeleven.
Dat is ook een liefdeslied en een taboelied. Het gaat over een gemengd koppel (blank/zwart), en dan nog één met een serieus leeftijdsverschil. Daar rust een groot taboe rond, maar zij zijn gelukkig. Dus laat ze gelukkig zijn. De mensen vinden dat een leuk lied, en dat verraste me wel eerst.

Ik vind dat er een zekere empathie in je stem klinkt. 
Nee, ik klink gewoon zo, ik zing al mijn liedjes op hetzelfde timbre. Ik heb nogal een monotone stem.

Maar er zijn toch veranderingen te horen?
Inderdaad, maar dat komt door de akkoordveranderingen. Je gaat dit argument écht niet winnen (lacht).

Ok dan (lacht). Je bent een verhalenverteller. Waar vind je die?
Overal in mijn omgeving.
Ik vind dat ik geen liedjes over de Holocaust kan schrijven, omdat ik geen Jood ben. Maar telkens ik in Europa ben, doet alles me aan de oorlog denken: treinstations, kerken. Toen ik jong was, in de jaren 50, was er een tv programma in de US, World of War, en dat ging over de Tweede Wereldoorlog. In Europa zie ik dus telkens dingen die mij daaraan doen denken. Ik was ooit op een Amerikaans kerkhof in Frankrijk, en ik wou mijn cd de titel 'American Cemetary in France' geven, maar de platenfirma vond het geen goed idee.

Afkomst, waar we vandaag komen. Is dat belangrijk voor jou?
Is dat niet zo voor iedereen? Waarom ben ik anders dan de rest?
Iedereen denkt na over zijn afkomst. Ook de man die op een bouwwerf werkt. Ook voor zo iemand is dat belangrijk.
De songs die ik schrijf gaan inderdaad over dingen die ik meemaakte, of die anderen hebben meegemaakt. Een arbeider op een bouwwerf zou zo liedjes kunnen schrijven over mensen die naar beneden vallen, en van die dingen.

Wat je vertelt in 'Contraband Blues' staat zeker en vast niet in de geschiedenisboeken (red: tijdens de burgeroorlog werden slaven die naar het Noorden vluchtten, gebruikt als gratis werkkrachten, en opgesloten in kampen).
Wel, sommige mensen wisten het. Maar ik ontdekte het pas toen ik 62 was. En als je het opzoekt, kan je er genoeg informatie over vinden. In Amerika wordt niet over de slavernij gesproken, net zo min als we spreken over wat er met de Indianen gebeurd is, of met de Chinezen tijdens de bouw van de spoorwegen.

Is het dan jouw plicht om dat wel te doen?
Niet echt, ik hou alleen maar van interessante verhalen. En toevallig ken ik meer verhalen over zwarten dan over blanken, omdat ik zwart bent.
Dat is dus de reden dat ik nog niet over de Holocaust geschreven heb, omdat ik geen Jood ben. Maar was ik dat wel, dan had ik dat zeker al gedaan.

Waarom ben je in de jaren 90 naar de muziek teruggekeerd?
Dat was eigenlijk een 'ongelukje'. Ik had een team van beroepsrenners, en de sponsor zat in slechte papieren. Hij ging failliet en opende een koffiebar. Hij vroeg mijn hulp voor de PA, maar omdat hij altijd heel goed geweest was voor mij en mijn team, besloten we hem te helpen met een concertje. Ik had al 19 jaar niet meer gespeeld. En zo ging de bal dus aan het rollen.
Het was helemaal niet mijn bedoeling om terug met muziek bezig te zijn. Geloof me vrij, had mijn vrouw dat geweten, ze zou nooit met mij getrouwd zijn.

Tussen je 2 muziekcarrières was je antiekhandelaar en dus ook trainer van beroepsrenners. Welke van die jobs zou je onmiddellijk terug doen?
Wel, eens je in de antiekwereld zit, ga je daar eigenlijk nooit echt uit. Soms belt iemand me op, en dan ga ik kijken wat ze te bieden hebben. Zoals deze armband, die is Indiaans én uit de jaren 20. Ik kijk constant rond naar interessante dingen. Het is nu wel meer een hobby, ik heb niet echt de tijd meer om te kopen en te verkopen.

Dus je hebt het wielrennen vaarwel gezegd?
Inderdaad!

Ben je verbaasd dat Amstrong tegen de lamp gelopen is?
Jaaa... Nee....
Ik kan daar eigenlijk niet veel over zeggen als ex-coach, maar het verbaast me niet, laat ik het zo stellen.
Eigenlijk moet ik nu 'no comment' zeggen (lacht).

Kathy Van Peteghem